Huishoudelijk reglement

Versie-informatie HHR De hier weergegeven versie van het Huishoudelijk Reglement van de Afdeling Roeien van de Watersportvereniging heeft de volgende kenmerken:

  • Versie 1.4
  • 30 maart 20151 november 2010
  • Wageningen

Conform art. 22 van de statuten van de Watersportvereniging Vada, worden binnen dit Huishoudelijk Reglement nadere regels opgesteld betreffende de roeiafdeling van deze vereniging. Het Huishoudelijk Reglement is hier als pdf beschikbaar.

Lidmaatschap

Artikel 1

Voor de toepassing van dit reglement wordt onder leden verstaan: leden van de roeiafdeling van de Watersportvereniging Vada, welke onderscheiden kunnen worden in leden van verdienste, gewone leden en aspirant-leden, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.

Artikel 2

Als lid worden toegelaten personen met een leeftijd van elf jaar of hoger.

Artikel 3

Aanmelding voor het lidmaatschap geschiedt op een, daartoe door het afdelingsbestuur vastgesteld, aanmeldingsformulier. Kandidaten moeten blijkens een op het aanmeldingsformulier gestelde verklaring kunnen zwemmen. Minderjarigen dienen schriftelijk toestemming van hun ouders te overleggen.

Artikel 4

Leden van verdienste (van de roeiafdeling) worden voorgedragen door het afdelingsbestuur of door tenminste 10 stemgerechtigde leden.

Artikel 5

Leden van verdienste ontvangen het insigne van lidmaatschap van verdienste.

Artikel 6

Het bestuur van de roeiafdeling beslist over het wel of (nog) niet toelaten van nieuwe leden, hierbij rekening houdend met de capaciteit van het bestaande bootmateriaal en de capaciteit tot het geven van roei-instructie. Zo nodig wordt een wachtlijst gemaakt. De kandidaat-leden worden hierover direct ingelicht door het bestuur van de afdeling.

Rechten en verplichtingen van leden

Artikel 7

Leden hebben het recht de roeiafdelingsgebouwen en -terreinen gedurende de uren van openstelling te betreden en aldaar te verblijven.

Artikel 8

De roeiloods is in het algemeen geopend van zonsopgang, doch niet eerder dan 07.00 uur tot 3 kwartier na zonsonder-gang. Het afdelingsbestuur is bevoegd tijdelijk andere openingsuren vast te stellende roeiloods of gedeelten ervan gedurende bepaalde uren of dagen te sluiten en (gedeelten van) de roeiloods doorlopend of op bepaalde tijden te reserveren voor bepaalde activiteiten.

Artikel 9

Leden hebben met inachtneming van de door het afdelingsbestuur vastgestelde voorschriften het recht gebruik te maken van de boten die ter beschikking staan, voor zover zij daartoe de benodigde geoefend-heid bezitten. Het afdelingsbestuur draagt er zorg voor, dat ook voor ongeoefende leden boten ter beschikking zijn, waarvan zij, onder leiding, gebruik kunnen maken.

Artikel 10

De boten staan in het algemeen dagelijks, vanaf het moment van opening van de roeiloods tot een kwartier na zonsondergang, ter beschikking van de leden. Het afdelingsbestuur kan vaststellen, dat op bepaalde uren of dagen boten niet mogen worden gebruikt. Elk bestuurslid heeft het recht boten uit de vaart te nemen in verband met onderhoudswerkzaamheden of weersomstandigheden. Het afdelingsbestuur heeft het recht één of meer boten voor bepaalde doeleinden gedurende een zekere tijd te reserveren. Voor het in gebruik nemen van een vaartuig langer dan 24 uur achtereen is de toestemming van het afdelingsbestuur nodig.

Artikel 11

Voor de beoordeling of een lid bevoegd is zonder begeleiding van een vaartuig der vereniging gebruik te maken, worden de vaartuigen daartoe door het afdelingsbestuur in verschillende klassen verdeeld; voor elke klasse afzonderlijk wordt een proeve van bekwaamheid in het roeien en/of sturen afgelegd, die zal worden afgenomen door een daartoe door het afdelingsbestuur benoemde commissie.

Artikel 12

Het afdelingsbestuur is bevoegd met opgaaf van redenen aan een lid het gebruik van alle of bepaalde vaartuigen voor een door het afdelingsbestuur te bepalen tijd te ontzeggen.

Artikel 13

Bij het in gebruik nemen van een vaartuig is men verplicht het logboek (afschrijf-boek) volledig in te vullen.

Artikel 14

Bij het regelmatig gebruik van een vaartuig is het mogelijk dit vaartuig te reserveren in het reserveringsboek. Is een gereserveerd vaartuig een kwartier na het gereserveerde vertrekuur niet in gebruik genomen, dan wordt zij als niet gereserveerd beschouwd.

Artikel 15

Leden dienen zich te gedragen naar de voorschriften in de statuten of in dit reglement gegeven, alsmede volgens de aanwijzingen door een bestuurslid, of een door het afdelingsbestuur daartoe aangewezen lid.

Artikel 16

Voor het in gebruik nemen van een vaartuig is men verplicht na te gaan of het materiaal zich in goede staat bevindt. Indien dit niet het geval is dient dit vermeld te worden in het schadeboek, met vermelding van de aard van de schade, de datum en zijn of haar naam.

Artikel 17

Leden zijn gehouden het afdelingsbestuur onverwijld in kennis te stellen van schade door hen aan eigendommen van de vereniging toege-bracht. Indien dit het geval is dient dit vermeld te worden in het schadeboek, met vermelding van de aard van de schade, de toedracht, de datum en zijn of haar naam.

Artikel 18

Na gebruik dienen de vaartuigen te worden schoongespoten, afgedroogd en door de commissaris materiaal gegeven aanwijzingen voor onderhoud op te volgen. Daarna dient de boot op de daarvoor bestemde plaats in de botenloods te worden gelegd.

Artikel 19

Leden zijn gehouden de door hen verschuldigde jaarlijkse bijdrage te voldoen overeenkomstig het gestelde in artikel 22 van dit reglement.

Artikel 20

Van de roeileden wordt verwacht dat zij zich inzetten voor het goed functioneren van de vereniging.

Artikel 20 bis (Dopingreglement)
De roeileden van de WSV-Vada zijn verplicht om:
(i) het Nationaal Dopingreglement Nederlandse Sport (Dopingreglement) en het tuchtreglement van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond (KNRB), zoals die thans luiden of te eniger tijd in gewijzigde vorm luiden, op hen te aanvaarden en daaruit voortvloeiende verplichtingen na te leven en om – indien vereist – aan de uitvoering van die bepalingen hun medewerking te verlenen;
(ii) in geval van (verdenking van een) overtreding van het Dopingreglement en/of het tuchtreglement van de KNRB te allen tijde en zonder enig voorbehoud volledig de
toepasselijkheid op hen van het Dopingreglement en/of de tuchtrechtspraak van de KNRB, zoals neergelegd in of vanwege de statuten van de KNRB, te aanvaarden;
(iii) de sancties, die op grond van dit Dopingreglement en / of tuchtreglement aan hen worden opgelegd, bij onherroepelijk worden van deze sancties, te aanvaarden, en
(iiii) te aanvaarden dat deze sancties een grond kunnen zijn voor ontzetting uit het lidmaatschap.

De op grond van het Dopingreglement en/of tuchtreglement aan een lid van de roeiafdeling opgelegde sancties kunnen, bij onherroepelijk worden van deze sancties, een grond zijn voor ontzetting van het lid uit het lidmaatschap van de roeiafdeling.

Artikel 21

Elk roeilid dient van een adreswijziging zo spoedig mogelijk schriftelijk bericht te geven aan het bestuur van de roeiafdeling.

Jaarlijkse bijdragen en entreegelden

Artikel 22

In aanvulling op art. 6 van de statuten van Vada is elk lid verplicht contributie te betalen voor het lidmaatschap voor Vada algemeen, een toeslag voor de Roeiafdeling en de contributie voor de KNRB en NORB.

Artikel 23

De hoogte van de roeitoeslag en van de toe te passen reducties zal worden bepaald door het afdelingsbestuur en dient te worden goedgekeurd binnen de afdelingsvergadering van de roeiafdeling.

Artikel 24: vervallen

Artikel 25: vervallen

Artikel 26

Leden van verdienste van de roeiafdeling betalen slechts de contributie aan Vada algemeen en aan de KNRB en NORB. Roeitoeslag hoeven zij niet te betalen.

Artikel 27

Gewone leden kunnen reductie krijgen op de roeitoeslag, nl gewone leden tot 21 jaar en zij, die, na aanvraag ter beoordeling door het roeibestuur, meer dan de helft van een contributiejaar niet konden roeien wegens blessures of ziekte.

Artikel 28

Aan degene die na 1 januari lid wordt, zal het eerste jaar het contributie-bedrag pro rata in rekening worden gebracht.

Het lidmaatschap wordt na ontvangst van de aanmelding schriftelijk bevestigd door het afdelingsbestuur. De ingangsdatum van het lidmaatschap gaat in als het aspirant-lid ten hoogste 4 malen heeft proefgeroeid.

Artikel 29

De jaarlijkse bijdrage is voor het geheel ineens verschuldigd en dient te worden voldaan binnen 1 maand na ontvangst van de nota. Bij overschrijding van deze termijn komen de incassokosten voor rekening van het lid. Het afdelingsbestuur heeft het recht de namen van wanbetalers te publiceren in het verenigingsorgaan of aan te plakken in het verenigingsgebouw. Op basis van een schriftelijke aanvraag kan de penningmeester een gespreide betaling toestaan onder voorwaarde dat deze betaling automatisch verloopt.

Artikel 30

Bij opzegging van het lidmaatschap in de loop van het verenigingsjaar zal geen restitutie plaats vinden van het overeenkomstige deel van de jaarlijkse bijdragen. Echter het afdelingsbestuur kan besluiten om na gemotiveerd verzoek door een lid dat vertrekt door overmacht een deel van de roeitoeslag terug te storten.

Afdelingsbestuur en Commissies

Artikel 31

De afdeling wordt bestuurd door een bestuur dat uit minimaal 4 gekozen leden bestaat. In de hierna volgende artikelen zal hierbij worden gesproken over het afdelingsbestuur. Dit afdelingsbestuur heeft tot taak:

  • het formuleren van voorstellen van activiteiten en het opstellen van een begroting;
  • het minstens 2 maal per jaar uitschrijven van een afdelingsvergadering;
  • het doen uitvoeren van het door de afdelingsvergadering goedgekeurde actieplan binnen de door de algemene ledenvergadering goedgekeurde begroting;
  • het innen van de contributies,
  • het verrichten van betalingen,
  • het voeren van een boekhouding, in overleg met de algemeen penningmeester van de vereniging;
  • het bijhouden van een ledenadministratie, archief en verslaglegging,
  • in overleg met de algemeen secretaris van de vereniging; toezien op veilig gebruik van het materiaal en afdekking van de risico’s van de vereniging;
  • zorgen voor een goede staat van de roeifaciliteiten; vertegenwoordiging in het algemeen bestuur van VADA; overleg met andere afdelingen en commissies over zaken die deze raken; vertegenwoordiging naar andere sport- en roeiverenigingen, alsmede naar instanties betrokken bij de roeisport;
  • het bevorderen van het roeien in Wageningen en omgeving.
  • Het afdelingsbestuur kan taken uitbesteden aan hiervoor in te stellen commissies, aan individuele roeileden of roeiploegen.

Artikel 31 bis1

Bij het instellen van commissies benoemt het afdelingsbestuur de voorzitter en mogelijk de vicevoorzitter. De commissievoorzitter kan zelf de overige leden aanzoeken, maar vraagt het afdelingsbestuur om bevestiging. Het afdelingsbestuur publiceert de naam en taak van de commissie en de namen van de voorzitter en van de leden.

Artikel 31 bis2

De kascommissie wordt rechtstreeks door de afdelingsvergadering benoemd. De kascommissie controleert de contributie-inning, de boekhouding en de verslaggeving. Ze brengt jaarlijks verslag uit aan de afdelingsvergadering en aan de voorzitter van de Vada-brede kascommissie. De kascommissie bestaat uit tenminste 2 leden van wie tenminste één met ervaring. De leden treden na 3 jaar af volgens een rooster van aftreden.

Artikel 32

Minstens 1 week voor een algemene ledenvergadering wordt een afdelingsvergadering gehouden. In deze vergadering komen dan zowel afdelings- als algemene zaken aan de orde. Ook de afgevaardigden van de roeiafdeling zullen conform art. 16 lid 2 van de statuten gekozen worden.

Artikel 33

Indien bij de afdelingsvergadering buiten de bestuursleden minder dan 10 roeileden aanwezig zijn, zal de vergadering gesloten worden, waarna een nieuwe vergaderingsdatum door de voorzitter bepaald wordt binnen een termijn van 14 dagen. In deze vergadering zal het aantal dan aanwezige roeileden geen invloed meer hebben op de besluitvorming.

Artikel 34

De voorzitter leidt de afdelingsvergadering. Deze is verplicht alle voorstellen te behandelen en, indien dit wordt verlangd, in stemming te brengen voor zover zij niet in strijd zijn met statuten en/of huishoudelijk reglement.

Artikel 35

Bestuursleden worden gekozen in de afdelingsvergadering van de roeiafdeling, op voordracht van het zittende afdelingsbestuur of van minstens 10 roeileden. De namen van de kandidaten worden minstens 7 dagen voor de vergadering bekend gemaakt. De voordracht door leden dient minstens 24 uur voor de vergadering aan het afdelingsbestuur te worden overlegd. Over elke kandidatuur wordt gestemd. De kandidaten moeten van te voren schriftelijk verklaren dat zij de kandidatuur aanvaarden.

Artikel 36

Bestuursleden worden gekozen met meerderheid van stemmen. Plannen en begrotingen worden met meerderheid van stemmen goedgekeurd. Wijzigingen in het huishoudelijk reglement dienen door tenminste 2/3 deel van de stemgerechtigde aanwezige leden goedgekeurd te worden.

Artikel 36 bis

De bestuursleden worden gekozen voor een termijn van 3 jaar. Met goedkeuring van de afdelingsvergadering kan deze termijn worden verlengd tot 6 jaar. Indien na 6 jaar geen opvolger beschikbaar is kan het afdelingsbestuur het aftredend bestuurslid verzoeken om nog ten hoogste één jaar zijn of haar taken voort te zetten als waarnemend bestuurslid. De zittingsduur van de voorzitter is geregeld in de statuten.

Artikel 37

Het afdelingsbestuur is vrij om de taken in onderling overleg te verdelen. De vertegenwoordiger in het algemeen bestuur wordt echter als zodanig gekozen in de afdelingsvergadering van de roeiafdeling. Het afdelingsbestuur maakt duidelijk aan de leden welk bestuurslid welke taak vervult.

Artikel 38

Het afdelingsbestuur heeft het recht bijzondere afdelingsvergaderingen uit te schrijven, en is hiertoe verplicht indien minstens 10 afdelingsleden dit schriftelijk aan het afdelingsbestuur verzoeken, met redenen omkleed en opgave van de onderwerpen welke zij op deze vergadering behandeld willen zien. Deze vergadering moet gehouden worden binnen 4 weken nadat dit verzoek is binnengekomen. Indien het afdelingsbestuur in gebreke blijft kunnen deze leden zelf tot het uitschrijven van een vergadering overgaan. In dit geval berust de leiding bij de eerste ondertekenaar van het verzoek. De agenda en bijbehorende stukken worden minstens 7 dagen voor de afdelingsvergadering ter beschikking gesteld.

Artikel 39

De op het terrein aanwezige afdelingsbestuursleden zijn bevoegd op te treden, waar het maatregelen betreft, die niet reeds door het afdelingsbestuur zijn getroffen maar geen uitstel kunnen lijden. Zij zijn verplicht de genomen maatregelen direct te melden aan de afdelingsvoorzitter. Tegen de beslissing van een onvolledig afdelingsbestuur staat binnen 8 dagen beroep open bij het volledig afdelingsbestuur. Het afdelingsbestuur heeft te allen tijde het recht een lid te schorsen wegens wangedrag of grove nalatigheid. Hiervan wordt schriftelijk mededeling gedaan aan het betreffende lid. In deze gevallen en bij nalatigheid van financiele verplichtingen zal het afdelingsbestuur de ontheffing van lidmaatschap van het betreffende lid vragen bij het algemeen bestuur.

Artikel 40

Het afdelingsbestuur aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor de in de roeifaciliteiten geborgen particuliere eigendommen.

Artikel 41

Bij verschillen in uitleg van de bepalingen in dit reglement en in gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het afdelingsbestuur, behoudens bekrachtiging van de afdelingsvergadering. De beslissing van het afdelingsbestuur blijft tot de eerstvolgende afdelingsvergadering van kracht.

Artikel 42

Het afdelingsbestuur stelt vast of kan voorschriften vaststellen betreffende:

  1. het roei-onderricht;
  2. het gebruik en de behandeling van het materiaal;
  3. de te dragen kleding, zoals vastgelegd bij de KNRB, bij het gebruik van de vaartuigen en bij aanwezigheid in de clubzaal, kleedkamers, loodsen en terreinen;
  4. berging van vaartuigen en andere verenigingsgoederen;
  5. berging van bezittingen van leden;
  6. wijze van introduceren;
  7. gebruik van de ruimten van de roeiafdeling;
  8. wedstrijdtraining.

Artikel 43

Het afdelingsbestuur beslist omtrent het al dan niet door leden namens de vereniging deelnemen aan wedstrijden.

Artikel 44

Het afdelingsbestuur regelt de gastvrijheid te verlenen aan leden van andere roei-verenigingen.

Artikel 45

De voorzitter:

  1. heeft de dagelijkse leiding in de roeiafdeling;
  2. leidt de bestuursvergaderingen;
  3. leidt de algemene afdelingsvergaderingen en stelt daarin de orde van de dag vast, behoudens het recht van de algemene afdelingsvergadering daarin wijzigingen te brengen;
  4. heeft het recht de beraadslagingen te sluiten, indien hij meent dat de vergadering voldoende is voorgelicht, doch is verplicht die weer te openen wanneer de vergadering dit met tenminste twee/derde der stemmen verlangt;
  5. heeft het recht de vergaderingen en bijeenkomsten van commissies bij te wonen, of andere bestuursleden daartoe te delegeren;
  6. heeft het recht toezicht te houden op de uitvoering van de taken, welke aan de andere bestuursleden zijn toegewezen;
  7. vertegenwoordigt de roeiafdeling in het AB;
  8. vertegenwoordigt de roeiafdeling van Vada bij de roeibond.

Artikel 46

De vice-voorzitter:

  1. neemt de taken waar indien de voorzitter niet aanwezig is;

Artikel 47

De secretaris:

  1. zorgt voor het bijeenroepen van vergaderingen en houdt daarvan de notulen bij;
  2. voert de correspondentie uit naam van en in overleg met het afdelingsbestuur;
  3. ondertekent alle, van hem uitgaande, stukken en is verplicht daarvan afschrift te houden en deze, evenals de ingekomen stukken, te bewaren in het archief en voert het beheer over het archief;
  4. draagt zorg voor het bekendmaken van veranderingen of aanvullingen van het huishoudelijk reglement en tekent deze aan in het originele exemplaar;
  5. houdt het ledenbestand bij welke taak door het afdelingsbestuur kan worden gedelegeerd.

Artikel 48

De penningmeester:

  1. legt jaarlijks een concept begroting voor aan de afdelingsvergadering en aan de penningmeester van het Algemeen Bestuur;
  2. beheert de gelden van de roeiafdeling en is voor de onder zijn beheer zijnde waarden aansprakelijk, tenzij hij overmacht mocht kunnen bewijzen;
  3. zorgt voor de inning van de aan de roeiafdeling toekomende gelden (waaronder roeitoeslag, contributie Vada algemeen, contributie KNRB, e.d.) en houdt boek, of doet boekhouden van alle ontvangsten en uitgaven;
  4. gekoppeld aan inning van contributies: ondersteunt het bijhouden van de leden administratie
  5. draagt zorg voor de afdracht van de gelden voor contributie van Vada algemeen aan de penningmeester van het algemeen bestuur van Vada;
  6. doet alle door het afdelingsbestuur of de afdelings- en algemene vergadering goedgekeurde uitgaven;
  7. ondersteunt/ begeleidt activiteiten en projecten ( zoals de kleding commissie en de door de vereniging georganiseerde tochten, en wedstrijden etc) voor wat betreft de financiële aspecten;
  8. legt verantwoording af, aan de afdelingsvergadering, de door haar benoemde kascommissie en aan de penningmeester van het algemeen bestuur van Vada; hiertoe stelt de penningmeester een financieel jaarverslag op.

Artikel 49

De overige afdelingsbestuursleden krijgen taken toegewezen met betrekking tot de roeiafdeling. Daarbij dienen tenminste de volgende taken te worden verdeeld:

  1. het roei-onderricht en het afnemen van roei- en stuurproeven
  2. wedstrijdroeien
  3. toerroeien
  4. jeugdroeien
  5. onderhoud gebouw en materiaal

Artikel 49 bis

Elk van de bestuursleden doet jaarlijks verslag van de uitvoering van de toegewezen taken of schrijft een sectie van het gezamenlijk jaarverslag van het afdelingsbestuur. Ditzelfde geldt voor de commissies.

Schaden en Aansprakelijkheid

Artikel 50

Elk lid is aansprakelijk voor schade die door hem, zijn introducé of door degene die arbeid voor hem verricht, aan de eigendommen van de vereniging is toegebracht door handeling, onvoor-zichtigheid of nalatigheid.

Artikel 51

Bij schade aan een in gebruik genomen vaartuig zijn alle gebruikers aansprakelijk, ongeacht of zij al dan niet schuld hebben aan het gebeurde.

Artikel 52

Ongeacht de hoogte van het schadebedrag zijn de gezamenlijke gebruikers van een vaartuig waaraan schade is ontstaan aan de vereniging een bedrag van € 100.– verschuldigd. Indien dit bedrag hoger is dan de kosten van reparatie van de ontstane schade geldt het verschil als boete.

Artikel 53

Het afdelingsbestuur stelt het bedrag van de schade vast op basis van de kosten van herstel in de oorspronkelijke toestand. Ook indien slechts wordt overgegaan tot summier herstel geldt als schadebedrag de kosten van herstel in de oorspronkelijke toestand. Ingeval van onherstelbare schade zal als schadebedrag de vervangingswaarde gelden.

Artikel 54

Het afdelingsbestuur is, met inachtneming van het gestelde in artikel 52 en artikel 53, bevoegd te bepalen welk bedrag een lid, dat voor de schade aansprakelijk of mede aansprakelijk is, deswege aan de vereniging verschuldigd is. Indien hiertoe naar het oordeel van het afdelingsbestuur termen aanwezig zijn, kan het aan de vereniging te betalen bedrag lager worden gesteld dan het schadebedrag. Het betreffende lid zal door het afdelingsbestuur schriftelijk aansprakelijk worden gesteld. Indien het lid zich hiermee niet kan verenigen kan het binnen 14 dagen na de aansprakelijkstelling het geschil voorleggen aan de Commissie van Beroep en Conflict bedoeld in art. 21 van de statuten. De vastgestelde schadevergoeding dient binnen 30 dagen na het betalingsverzoek resp. het advies van de Commissie te zijn voldaan.

Artikel 55

Elk lid vrijwaart de vereniging voor schade door hem aan een derde toegebracht.

Artikel 56

Indien een lid handelt in strijd met het bij de statuten of huishoudelijk reglement bepaalde, komt alle door dat handelen veroorzaakte schade van welke a ard ook, volledig voor rekening en risico van het betreffende lid.

Reserveringen

Artikel 57

Het roeibestuur is verplicht een reservering op te bouwen voor het vervangen of renoveren van de roeiloods inclusief het voorterrein, trap en vlotten, en de vloot, voorzover deze zaken niet ten koste komen van Vada algemeen.

Artikel 58

Teneinde de in artikel 56 genoemde doelstelling te bereiken wordt uit de middelen van de roeiafdeling jaarlijks een zodanig bedrag gereserveerd dat in het verwachte investeringsjaar voldoende middelen aanwezig zullen zijn voor het vervangen of renoveren van de botenloods, trap en vlotten, en verbetering van de vloot. Het afdelingsbestuur zal jaarlijks overleg voeren over het de te verwachten investeringen. Aan de hand van dit overleg zal worden vastgesteld of het jaarlijks te reserveren bedrag moet worden aangepast. Dit zal aan de afdelingsvergadering worden voorgelegd.

Introductie

Artikel 59

Niet leden kunnen zich niet meer dan 4 maal per jaar, mits voldoende bevoegd, laten introduceren.

Artikel 60

Het lid is verantwoordelijk voor de gedragingen van zijn introducé. Het afdelingsbestuur kan voor bijzondere gelegenheden het recht van introductie geheel of gedeeltelijk opheffen.

Artikel 61

Roeiende of sturende introducés moeten de leeftijd van 11 jaar hebben bereikt waarbij sturende introducés een geldig stuurbrevet moeten hebben. Zij, die als lid zijn geweigerd, opgezegd, ontzet of geschorst, kunnen niet worden geïntroduceerd.

Artikel 62

Introducés mogen niet alleen roeien, tenzij hiervoor door het afdelingsbestuur toestemming is verleend.

Kleuren, kleding en insignes.

Artikel 63

De kleuren van de vereniging zijn rood en wit. Voor de kleur rood: karmijn rood, RAL-nr 3002. Voor de kleur wit: signaal wit, RAL-nr 9003. De standaard van de vereniging is een rood en wit horizontaal veld beladen met een zwart rad waarvan de rechts-bovenstaande spaak een kruis is, en draagt het devies “Vires acquirit eundo Vadae”. De bladen van de riemen zijn rood met in het midden een witte gesloten V-vorm.

Artikel 64 (vervallen)

Artikel 65

Het afdelingsbestuur kan bij bepaalde gelegenheden het gebruik van verenigingsvaartuigen beperken tot personen die de verenigingskleding dragen.

Veiligheid

Artikel 66

Elk lid ontvangt bij aanvang van het lidmaatschap het VADAMECUM, een boekje waarin alle specifieke regels met betrekking tot het roeien bij Vada en het roeien op de Rijn zijn opgenomen. In de volgende artikelen worden de meest belangrijke regels omschreven. Bij het bedienen van de kolomzwenkkraan dient het kraanreglement te worden nageleefd.

Artikel 67

Er mag niet geroeid worden:

  • bij dichte mist (zicht minder dan 200 meter);
  • bij vorst;
  • bij windkracht 6 of hoger, te herkennen aan witte schuimkoppen;
  • een kwartier na zonsondergang tot zonsopgang (zie ook artikelen 8 en 10).

Artikel 68

Op de Rijn mag niet geroeid worden:

  1. door jeugdige roeiers (tot 16 jaar), tenzij onder begeleiding van een volwassene;
  2. in de periode van 1 november tot 1 april in een skif zonder begeleiding (onder begeleiding wordt verstaan een andere roeiboot, waarbij beide roeiboten bij elkaar dienen te blijven, en/of een gemotoriseerde volgboot);
  3. bij hoogwater (kribben staan onder water)

Artikel 69

Met name in de winterperiode bestaat het gevaar dat in geval van het omslaan van de boot de roeiers zeer snel onderkoeld kunnen raken. Het bestuur adviseert de roeiers dan ook ten stelligste om in de winter tijdens het roeien een (opblaasbaar) zwemvest te dragen. De verantwoordelijkheid voor het dragen van een zwemvest ligt geheel bij de roeier zelf.

Artikel 70

Stuurlieden:

  • in de periode van 1 november tot 1 april hebben stuurlieden de verplichting om bij het varen op de Rijn een zwemvest te dragen;
  • voor het sturen van roeiboten op de Rijn dienen zij een specifieke bevoegdheid te bezitten

Roeiers:

  • dienen in een skiff een oranje hes te dragen
  • dienen op de boegplaats een oranje hes te dragen.

Slotbepalingen

Artikel 71

Het roeiafdelingsbestuur neemt generlei verantwoordelijkheid op zich voor voorwerpen, welke dan ook, aan wie dan ook toebehorende, zich waar en hoe dan ook bevindende in een gebouw van de vereniging, in een haven van de vereniging of in een vaartuig, noch voor de gedragingen van het personeel of van hen, die arbeid verrichten ten behoeve van de vereniging.

Artikel 72

In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het afdelingsbestuur.