5-7 augustus was de Coupe de la Jeunesse in Castrelo de Miño, Spanje. Dit is een internationale junioren roeiwedstrijd met verschillende landen uit Europa. Het leuke aan de Coupe is dat je twee wedstrijddagen hebt waarbij er op beide dagen medaillekansen zijn. Deze wedstrijd staat dan ook in het teken van leren racen, omgaan met de druk van een uitzending en de omstandigheden. Na een jaar hard te hebben getraind op Vada, en drie weken lang bijna elke dag op de Bosbaan te hebben geroeid in een combi-acht (met Tromp, Hemus en Hunze) op plek 7, was het tijd om op internationaal toneel te laten zien wat we konden.
Op donderdagochtend 7:20 vlogen we van Schiphol naar Porto, van waaruit we met de bus naar Ourense gingen. We verbleven in een hotel met de hele Nederlandse equipe, die uit maar liefst 46 roeiers en 13 begeleiders bestond. De baan was op een groot stuwmeer. Tijdens het roeien kon je je ogen uitkijken naar de prachtige omringende natuur. Het enige goed herkenbare punt op de baan was een hoogspanningsmast op 1100 meter, maar voor de rest was het lastig om te zien op welk punt je was. Op vrijdag was de openingsceremonie, een feestelijke gebeurtenis waarbij alle landen worden verwelkomd. De sfeer was erg goed en het was leuk om af een toe een praatje te maken met roeiers van andere landen.
Een telleurstellende eerste wedstrijd
Zaterdag was het dan zo ver. Met temperaturen van tussen de 30 en 40 graden was het belangrijk om goed met de hitte om te gaan. Elk land had een eigen tent waar je goed uit de zon kon blijven. Wij als meiden acht hadden het geluk dat we de eerste finale waren, en dus al om 11:00 mochten. Toen was het gelukkig nog iets minder warm dan in de middag. Op zaterdag waren er 6 achten ingeschreven, op zondag 5 achten, dus we hadden alleen een directe finale.
Bij de start op zaterdag lagen we rechts van de Spanjaarden en links van de Italianen. Het oproeien ging heel lekker, dus dat gaf wel vertrouwen. Toch kwamen we als vijfde van de zes over de finish. Dat was wel een teleurstelling, want de Belgen die we een aantal weken daarvoor op de Dutch International Youth Regatta hadden verslagen, stonden wel op het podium. “Het roeien ging goed, maar het was niet hard genoeg” zei ik in de nabespreking. De boegen vertelden daar ook dat ze onze eigen stuur niet goed hebben gehoord door het overstemmende geschreeuw van de Spaanse stuur. Dat kan wel verklaren waarom de pushes er niet zo goed uitkwamen, en waarom we niet echt reageerden op calls dat andere ploegen inliepen.
Zoete revanche op zondag
Maar nieuwe ronden, nieuwe kansen op zondag. “Ik wil dat jullie meer je tanden laten zien” zei onze coach. Gebrand om op het podium te eindigen, gingen we weer het water op. Gelukkig lagen we nu in de buitenbaan naast Frankrijk, dus minder last van de Spanjaarden. We hadden zaterdagavond een raceplan gemaakt, waarbij we veel pushes zouden doen en ons doel was om bij de Fransen te blijven (die zaterdag tweede waren geworden). We kwamen prima uit de start. Frankrijk lag een paar roeiplekken voor, maar we bleven er goed bij en kwamen als derde door op de 500 meter.
Toen kwamen de pushes, en nu schoven wij steeds verder op. Ons stuurtje zei: ‘Ik zit op de zes van Frankrijk’ en vroeg om een push van 20 halen. De snelheid nam toe, en toen hoorde we ‘ik zit op de twee van Frankrijk’. We liepen zelfs een beetje in op de Britten, die zaterdag hadden gewonnen. Om uiteindelijk als tweede over de finish te komen voelde echt als een euforisch moment. Het was niet alleen gelukt om op het podium te komen, maar ook nog om een zilveren medaille te winnen! Op zaterdag lagen we nog 12 seconden achter de Britten; nu zaten we er nog maar 4 seconden achter. Progressie in zo een korte tijd! Op het podium stonden we naast de Britse acht, die uit allemaal hele grote meiden bestond. Dat we er uiteindelijk niet heel ver achter lagen was voor mij wel het teken dat je niet altijd de grootste of zwaarste hoeft te zijn om hard te kunnen roeien.
Dag allemaal
Ik kijk terug op een enorm leuk en leerzaam weekend, waar ik het enorm naar mijn zin heb gehad. Ik ben er ook van overtuigd dat plezier hebben in het roeien erg belangrijk is, want dan wordt het vanzelf leuker om meer te trainen en dan volgt progressie snel. Voor mij is nu de tijd aangebroken om een beetje afscheid te nemen van Vada, want ik ga aankomend jaar econometrie studeren in Rotterdam en roeien bij Skadi. Ik kijk er naar uit om voort te bouwen op de mooie basis die ik op Vada heb gelegd.
Wie weet nog tot op het water!
Eeke Bavelaar